Toekomstig EN-EN 1366-2
NEN 6075: toekomstige wijzigingen
NEN 6075 wordt momenteel herzien. Voor ventilatiekanalen treden grote wijzigingen op. In plaats van het weren van warme rook, dient relatief koude rook te worden geweerd. Bij koude rook wordt onderscheid gemaakt in:
• Sa = rook van 20 graden Celsius, beproeving bij 25 Pa
• Sm = rook van 200 graden Celsius, beproeving bij 50 Pa.
Wanneer aan Sa dan wel Sm moet worden voldaan, is afhankelijk van de positie van de scheidingsconstructie.
Met deze wijziging wordt het doel van een rookscheiding (rook in beginstadium van brand tegenhouden zodat (na passeren rookscheiding) rookvrij gevlucht kan worden) beter benaderd dan met de koppeling van de rookwerendheid aan de brandwerendheid. In het begin van de brand is immers sprake van veel rook van relatief lage temperatuur.
Om aan de weerstand tegen rookdoorgang te kunnen voldoen, kunnen brand-/rookkleppen worden toegepast. De rook werendheid van de brandklep wordt daarbij bepaald volgens NEN-EN 1366-2(S criterium). De rookklep moet zijn voorzien van een sluitingsmechaniek dat reageert op warme en koude rook, en dat de klep doet sluiten. Oftewel, de klep moet worden dicht gestuurd bij rooksignalering door rookmelders (NEN 2535) en is dus een brand-/rookklep met afstandsbediening.
Afhankelijk van het criterium (Sa of Sm) gelden eisen aan de rookdichtheid van de brand-/rookklep (S) Voor overstroomroosters (in wanden of deuren) zullen aparte regels gelden. Waar is het zinvol om een dergelijke brandklep (S) toe te passen:
• Plaatsen waar veel onderhoud dient te worden voorzien (vb ziekenhuizen)
• Ruimtes voorzien van sprinklers, koude rook mag niet verspreid worden in het volledige gebouw
• Hoge ruimtes
• Ruimtes waar overstroomvoorzieningen dienen te worden geplaatst
(in wanden met als functie brand- of rookscheiding)